Groentes zijn een geweldige bron van vitamines, antioxidanten, mineralen en vezels. Helaas maken we onze groentes vaak minder voedzaam door ze verkeerd te bewaren of verkeerd te bereiden. In dit artikel lees je daarom over 6 gewoontes die je groentes minder voedzaam maken.
1: Je groentes koken
Als je groentes kookt, komen er veel voedingsstoffen, zoals vitamine B en C, in het water terecht. Als je dit water ook binnenkrijgt, zoals bij een soep of saus, maakt dit weinig uit. Als je het kookvocht echter weggooit, gaan de voedingsstoffen verloren. Roerbakken of stomen is daarom een beter idee.
2: Geen vet bij je salade eten
Veel voedingsstoffen worden beter door je lichaam opgenomen als je ze combineert met vet. Een dressing met gezonde vetten is daarom onmisbaar als je optimaal wilt profiteren van de voedingsstoffen in je salade. Olijfolie en kokosolie zijn hier goede voorbeelden van.
Als je niet van saladedressing met olie houdt, kan je ook vetten aan je salade toevoegen door er pitten, zaden, noten, zalm of avocado doorheen te doen.
3: Je sla verkeerd bewaren
De meeste groentes blijven het beste als je ze ongesneden bewaart. Sla is echter een uitzondering. Als je slablaadjes scheurt, wordt de productie van beschermende fytonutriënten gestimuleerd. Scheur je slablaadjes daarom alvast voor je de sla in de koelkast legt. De sla blijft zo nog een paar dagen goed.
Om de sla zo lang mogelijk goed te houden, kan je hem trouwens het beste samen met een keukenpapiertje in een luchtdichte zak bewaren.
4: Het kookvocht van je bonen weggooien
Bonen en linzen zijn zeer voedzaam, maar tijdens het koken worden veel van de voedingsstoffen opgenomen in het kookvocht. Om te voorkomen dat je waardevolle voedingsstoffen weggooit, kan je de bonen of linzen daarom beter in een zo klein mogelijke hoeveelheid water koken. Het water zal tijdens het koken grotendeels worden opgenomen of verdampen, waardoor je weinig of helemaal geen water hoeft weg te gooien.
5: Denken dat rauw altijd gezonder is
Veel groentes zijn rauw gezonder, maar er zijn ook groentes die na verhitting juist voedzamer worden. Het verhitten maakt de celwanden namelijk zachter, waardoor je lichaam de voedingsstoffen beter kan opnemen. Voorbeelden hiervan zijn worteltjes en tomaten.
6: Je knoflook niet laten rusten
Knoflook is rijk aan antioxidanten en heeft een antibacteriële, antivirale en antischimmel werking. Je profiteert hier het meest van als je de knoflook na het snijden, pletten of persen even laat rusten. Zodra het weefsel van knoflook beschadigd raakt, wordt namelijk de vorming van de zeer krachtige antioxidant allicine geactiveerd.
Laat knoflook na het snijden daarom zo’n 10 minuten rusten voordat je het verhit. De knoflook langer laten liggen is geen goed idee: na een uur neemt de werking van allicine alweer af. Voor het optimale resultaat gebruik je een knoflookpers. Dit activeert de vorming van allicine beter dan snijden of pletten.
