Haal de bladeren van de bloemkool en snijd hem in stukken. Schil de aardappels en snijd ook die in stukken.
Kook de bloemkool en aardappels tot ze gaar zijn. Giet af.
Laat de bloemkool en aardappels goed uitlekken en even afkoelen. Prak het daarna fijn.
Voeg de eieren, geraspte kaas en tijm toe.
Snipper de rode ui en voeg ook die toe.
Roer met het boekweitmeel goed door tot je een redelijk samenhangend deeg hebt.
Breng eventueel op smaak met zout en peper.
Doe wat olijfolie of kokosolie in een koekenpan en zet aan op medium vuur.
Maak met behulp van een ijslepel of twee eetlepels ongeveer 16 balletjes van de puree en druk die een beetje plat tussen de handen.
Bak ze voorzichtig in de pan tot ze aan beide kanten goudbruin zijn.
Laat uitlekken op een stukje keukenpapier en blijf koekjes maken tot de puree helemaal op is.
Serveer direct! Lekker met een beetje mosterd.